In de dagen voor deze zondag werd in de media besproken dat de kerkgangers van de Sionkerk zich niet aan de geldende coronamaatregelen zouden houden. Om die reden waren er die zondagochtend 28 maart diverse cameraploegen aanwezig voorafgaand aan de dienst. Volgens de aangevers werden ze agressief benaderd door de twee mannen, broers van 26 en 28 jaar. De cameraman werd tegen zijn hoofd geslagen en de verslaggever werd geschopt.
De 26-jarige verdachte gaf aan dat hij boos werd toen de cameraman van Pow Nieuws een oude man met een microfoonhengel in het gezicht raakte. Ook vond hij het respectloos dat de verslaggevers doorgingen met filmen terwijl de mensen dit niet wilden. Hij bekende de verslaggever te hebben geschopt en de cameraman alleen te hebben geduwd en niet te hebben geslagen. De 28-jarige verdachte, die hiervan getuige was, gaf aan dat hij zijn broer wilde helpen. Hij had de verslaggever niet geraakt.
De officier van justitie vond de mishandeling van de cameraman bewezen op basis van de beelden en verklaringen. Te zien is dat de 26-jarige verdachte met versnelde pas naar de cameraman loopt en zijn vuist balt, wat duidt op slaan. Ook de mishandeling van de verslaggever vond ze bewezen: op de beelden maken beide mannen trappende bewegingen. Ook zijn zij het die beginnen met het geweld. Daar komt bij, betoogde de officier van justitie, dat de mannen niet naar de Sionkerk waren gekomen om de dienst bij te wonen maar om naar eigen zeggen de orde te bewaren. Daarbij hebben ze het recht in eigen hand genomen. De benadering van Pow Nieuws mag vervelend zijn, aldus de officier, maar dat rechtvaardigt het gebruik van geweld niet. Bovendien gaat het hier om journalisten die hun werk in vrijheid en onbelemmerd moeten kunnen doen. De officier eiste voorwaardelijke celstraffen en taakstraffen tegen de twee mannen. De politierechter veroordeelde de 26-jarige verdachte tot een taakstraf van 150 uur en schadevergoeding aan het slachtoffer, en de 28-jarige medeverdachte tot 120 uur taakstraf.