Uit onderzoek door de Verkeersongevallenanalyse (VOA) van de politie blijkt volgens het Openbaar Ministerie dat de vrachtwagenchauffeur de personenwagen waar het slachtoffer in reed niet heeft opgemerkt. Toen hij vanaf de A27 in één beweging drie banen naar rechts op schoof om de afrit naar de A28 te nemen, raakte hij de achterkant van de Peugeot die op de baan naast hem reed. De Peugeot kwam hierdoor voor de vrachtauto terecht en is meerdere meters meegesleurd. Vervolgens is de auto in tegengestelde richting op de meest linker baan beland. Daar ontstond een botsing met een andere personenauto.
De bestuurder van de Peugeot, een jonge vrouw, raakte zwaar gewond aan onder meer haar hoofd en werd ter plekke gereanimeerd. Ze is nog altijd niet volledig hersteld.
Onderzocht is onder meer hoe het kon gebeuren dat de beroepschauffeur, die niet te hard reed en nooit eerder voor verkeersdelicten is veroordeeld, de naast hem of schuin voor hem rijdende auto niet heeft gezien bij het naar rechts opschuiven. De politie heeft geconstateerd dat het zicht vanuit de cabine beperkt was: een rolgordijn blokkeerde het zicht op de zogenaamde vooruitkijkspiegel die zicht geeft op de weg direct voor de vrachtwagen. De zijspiegels waren bovendien zodanig afgesteld dat er een onnodig groot gebied aan de zijkant van de vrachtwagen niet zichtbaar was. De chauffeur nam dus het risico geen goed zicht te hebben op de weg. Het OM verwijt de chauffeur dat hij er toch voor heeft gekozen om met onverminderde snelheid en in een tijdsbestek van slechts ongeveer 12 seconden drie banen op te schuiven, waarna hij in botsing kwam met de auto van het slachtoffer.
In juridische zin heeft verdachte zich in de visie van de officier van justitie schuldig gemaakt aan het overtreden van artikel 6 van de Wegenverkeerswet; het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar letsel tot gevolg. Bij het bepalen van de strafeis is onder meer rekening gehouden met het feit dat de chauffeur nooit eerder vervolgd is voor verkeerdelicten. Namens het slachtoffer is de rechtbank verzocht een vergoeding toe te wijzen van 1500 euro voor geleden immateriële schade.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.