De claim van de hoofdverdachte, uit Wijk en Aalburg, gaat terug tot 2012 en betrof een misgelopen aanvraag voor een lening waardoor de verdachte veel geld verloren zou hebben. Hij eiste van het slachtoffer een bedrag van zeven ton. Aanvankelijk probeerde hij dat op een legale manier via een incassobureau dat werd gerund door een oud-politieman. Toen uit zijn onderzoek bleek dat er geen geld te halen viel, opperde de verdachte de dochter van de man te ontvoeren. Toen de politieman niet meeging in dit plan, benaderde de verdachte diverse anderen en hield ze een forse beloning voor.
Twee mannen, 29 jaar uit Tiel en 31 jaar uit Geldermalsen, gaven uiteindelijk uitvoering aan de opdracht, zo is uit het onderzoek gebleken. Ze ontvoerden de dochter niet maar gingen over tot het schrijven en bezorgen van dreigbrieven en het stichten van branden. Op 9 december 2019 gebeurde dit bij de woning van de dochter in Zeist, op 11 december in Emmeloord, op 13 december bleef het bij een poging brandstichting in Zeist, en op 20 december was het weer raak in Emmeloord. Toen de politie over de tap meekreeg dat er ook plannen waren voor de kerst, werd ingegrepen.
In het onderzoek door de politie is veel bewijs tegen de drie mannen naar voren gekomen. Getuigen hebben verklaard over de plannen waarmee de verdachte hen benaderde. Uit bankgegevens ia gebleken dat de mannen in de nachten van de brandstichtingen kleine hoeveelheden benzine tankten. Ze zijn te zien op beelden tijdens het tanken maar ook tijdens de brandstichtingen. De fakkels die ze daarbij gebruikten, zijn gevonden in de schuur van een van hen, en er is bewijs dat ze de fakkels kort daarvoor hadden gekocht. Uit mastgegevens wordt duidelijk dat de mannen elkaar kort voor de branden en ook daarna ontmoetten. Een gele jerrycan die op de beelden is te zien, is bij een van de mannen aangetroffen. Ook de auto van een van de verdachten komt in beeld. Kleding, postuur en signalementen komen overeen. Een van de verdachten heeft bekend de dreigbrieven te hebben getypt en geprint. En dan zijn er nog de tapgesprekken, de verdachte zoektermen en een DNA-match tussen een van de verdachten en een spoor op de dop van een colafles met benzine die bij een van de brandstichtingen is gebruikt. Tegenover al dit bewijs zwijgen de verdachten.
“Verblind door hebzucht”, typeerde de officier de houding van de verdachten. De hoofdverdachte meende recht te hebben op geld en om dat te krijgen ging hij nietsontziend te werk. De twee andere verdachten stelde hij een forse beloning in het vooruitzicht voor hun ‘incassowerk’. Enkel en alleen om aan geld te komen, hebben de verdachten op een zeer risicovolle manier de levens en bezittingen van de slachtoffer in gevaar gebracht. De impact op hen was groot, ze stonden doodsangsten uit. De officier schetste hoe gevaarlijk de brandstichting op 13 december in Zeist was. De verdachten hadden een gat gemaakt in de voordeur en twee volle colaflessen met benzine naar binnen gegooid. De brandende fakkel was klaar om naar binnen te gooien. Als dat was gelukt, hadden de bewoners niet meer via de trap het huis uit gekund. Gelukkig werden de brandstichters opgemerkt en wisten de bewoners ze op tijd te verjagen.
Gezien de ernst van deze feiten en omdat het gaat om meerdere feiten kort achter elkaar, eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van acht jaar onvoorwaardelijk tegen de 53-jarige hoofdverdachte. Tegen de twee uitvoerders werden eerder deze week gevangenisstraffen van vier en zes jaar onvoorwaardelijk geëist. De vorderingen van de slachtoffers vroeg de officier geheel toe te wijzen. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.